Laudatio Peter van Straaten

Toen de televisie nog maar een of twee kanalen smal was, bereikte het aanbod zijn grootste breedte. Iedereen had alles en dus hetzelfde gezien, programma’s en personen die steeds terugkeerden werden zo nationaal bezit. Beter gezegd, zij namen bezit van ons, richtten onze blik, kleurden onze taal en vormden onze gedachten. Het gebeurt nog wel, maar door de overmaat van het aanbod en de snelle wisseling van formats en figuren is de kans toch veel kleiner dat het eigene beklijft als het algemene en het bijzondere tot de standaard wordt. Simpel gezegd, veel van de personages die Kees van Kooten en Wim de Bie al meer dan twintig of dertig jaar geleden schiepen, leven nog steeds voort in de herinnering. Er kan nog altijd naar verwezen worden om iemand te beschrijven en te plaatsen. In echte mensen worden de types herkend en bedachte teksten keren onbewust terug in de gewone omgangstaal.
Dat is moeilijker geworden, nu televisie als massamedium verdeeld is geraakt over een veelheid aan kleine publieksgroepen die dankzij de afstandsbediening razendsnel hun belangstelling kunnen laten wisselen. Op een kleinere schaal is het gebleven in de wereld van het gedrukte woord, waar het abonnement een ander woord voor trouw is en de abonnee zich vooral lid van een vereniging van gelijkgestemden voelt. Het zal ook daar wel veranderen, omdat jongere generaties steeds minder geneigd zijn zich te binden aan een bepaald medium, één bepaalde krant of een weekblad van de eigen politieke kleur. Zo ver is het nog niet en zolang dat het geval is, mag de trouwe lezer verwachten trouw opgewacht te worden door vertrouwde gestalten. Zelfs de voor het dagelijks veranderende nieuws gemaakte krant kan niet zonder de pijlers van vaste rubrieken, geliefde tekenaars en in vaste regelmaat schrijvende columnisten. Vaak worden zij eerder gelezen en bekeken dan het nieuws zelf. Voor de redactie zijn het vaak de uitsmijters, voor de lezers zijn het de doormen die de deur van de krant en het tijdschrift openzwaaien. 
Peter van Straaten maakt deel uit van dit eerbiedwaardige gilde. Hij is heel trouw aan zijn opdrachtgevers. Al sinds 1958 tekent hij voor Het Parool en sinds 1968 voor Vrij Nederland. Wie zijn Zeurkalender heeft hangen, weet zich iedere dag en al vele jaren lang voorzien van wat welbewust herkenbaar van Peter van Straaten is en toch steeds weer anders. Onvermijdelijk wordt daardoor de blik op de wereld steeds meer getekend door de pen van Peter van Straaten en lijkt de werkelijkheid ook steeds meer te bestaan uit citaten uit zijn werk. Zo zien de mensen er uit en zo spreken ze, de marionetten van een levensgevoel dat van nature melancholisch is, maar met de pen in de hand heen en weer pendelt tussen cynisme en vertedering.

 

Het talent van Peter van Straaten heeft unieke trekken. Tekenaars die ook schrijvers zijn, zijn op zich al zeldzaam, maar dat geldt zeker voor een tekenaar die er ook nog in slaagt tekst en tekening tot een eenheid te maken. Het gaat vaak maar om een paar woorden, een halve zin soms, en ook op de tekening wordt het kleine drama met weinig lijnen trefzeker neergezet. In de politieke tekeningen krijgen de karikaturen monumentale trekken, in de erotische cartoons, op de Zeurkalenders en in de strip Vader en Zoon zijn het op vaak klein formaat echte ‘ideaaltypen’: ze representeren een werkelijkheid die zelf nooit zo volledig en perfect kan zijn. Ja, zo zien jonge vrouwen eruit in de cafés van Oud-Zuid, al kom je ze nooit precies zo tegen. Ja, zo zitten oudere echtparen tegenover elkaar aan tafel. Ja, zo onzeker zijn jonge mannen als ze uit het bed van hun vriendin stappen en ja, zo vreselijk kunnen kantoorchefs van middelbare leeftijd zijn. 
Wie goed kijkt en vergelijkt, ziet dat het bij Peter van Straaten bijna altijd gaat om kleine drama’s met een of hoogstens twee spelers. Wie nog beter kijkt, ziet dat mannen bijna alleen de handeling bepalen als ze echt machtig zijn – het zijn dan ook altijd heel nare mannen- , maar dat in alle andere gevallen vrouwen het toneel beheersen. Zij zijn sterk, zelfbewust en volwassen en weten dat elke man uiteindelijk een onhandige jongen blijft, die met zichzelf geen raad weet en met vrouwen nog minder. Meer dan vrouwen gaan mannen op in de dingen waar ze mee bezig zijn, maar minder dan vrouwen kennen ze de ernst van het leven. Dat maakt ze ook weerloos tegen de relativering van hun eigen ernst en gewichtigheid, zoals steeds heel mooi te zien is in de reeks Het Literaire Leven. Vrouwen zijn alleen zwak en kwetsbaar in confrontatie met vrouwen die duidelijk sterker zijn dan zij. 
Als auteur is Peter van Straaten bijna zestien jaar verantwoordelijk geweest voor het leven van Agnes, die haar literaire bestaan begon als een wat slordig levende bijstandsmoeder en geleidelijk uitgroeide tot de sterke, succesvolle en zelfstandige vrouw, die haar een toekomst in de tekeningen zou kunnen opleveren, als ze zich niet tegelijk ook zo zwak was blijven tonen in de buurt van mannen en drank. In dezelfde tijd dat J.J. Voskuil in Het Bureau in de figuur van de rechtlijnige en steile Nicolien de vreselijkste vrouw uit de Nederlandse letterkunde schiep, maakte Peter van Straaten een paar straten verder Agnes tot een zo sympathieke hoofdpersoon, dat je als lezer van het feuilleton iedere week weer hoopte dat haar vooral maar niets ergs zou overkomen. 

 

Als kopieerlust van het dagelijkse leven omschreef Nicolaas Beets lang geleden zijn werk aan de Camera Obscura. Bij Peter van Straaten is het eerder evoceren dan kopiëren, het leven wordt niet nagedaan, maar opgeroepen en voorgedaan. Dat vraagt om een grote gevoeligheid en trefzekerheid in taal en tekening, van woord en pen, van oog en oor. Wie Peter van Straaten leert kennen, merkt al snel dat hij veel meer observator dan participant is. Hij neemt meer waar dan deel en iets daarvan is als ondertoon ook voelbaar in veel van zijn werk, vooral in de cartoons van de Zeurkalender. Ook en misschien juist als het om mensen gaat die al lang samen zijn, blijft het contact moeizaam. Ook wie na een lang leven alles van de ander weet, lijkt de ander toch nooit echt te begrijpen. Om al die mannen en vrouwen heen hangt de eenzaamheid van een onvervuld en uiteindelijk ook onvervulbaar verlangen. Onbestemd en dus voorbestemd om door de lezer en kijker zelf geduid en gevuld te worden.
Misschien is dat het ook wel waarom de fascinatie voor het werk van Peter van Straaten blijft en zoveel mensen elke dag weer uitkijken naar wat hij heeft getekend en zij mogen inkleuren met hun eigen wensen en gedachten. Zeker is wel dat de brede en constante stroom van zijn werk over zoveel jaren in enkele zo trouw gebleven en gebleken media de wereld van Peter van Straaten het wereldbeeld van zijn lezers mee is gaan bepalen. Dat zal ze niet altijd vrolijk hebben gestemd, maar reflectie, relativering en uiteindelijk toch ook compassie en empathie maken het besef van het onophefbare menselijke tekort toch weer wat lichter te dragen.

 

De Gouden Ganzenveer nieuwe stijl wordt vandaag voor de vijfde keer uitgereikt. In de afgelopen jaren heeft de Academie De Gouden Ganzenveer er steeds naar gestreefd haar opdracht aandacht te vragen voor het belang van het geschreven woord in een multimediale samenleving tot uitdrukking te brengen in de keuze voor een laureaat die multimediaal zorgvuldig en origineel het geschreven woord recht doet. Michaël Zeeman, Jan Blokker, Kees van Kooten en Maria Goos, de laureaten tot nu toe, beantwoorden elk op hun eigen manier voortreffelijk aan dit ideaal. Dat geldt zeker ook voor de laureaat 2006, tekenaar en schrijver Peter van Straaten. Hij heeft al eerder prijzen gehad voor zijn politieke spotprenten, voor zijn strips en ook al voor zijn hele omvangrijke oeuvre, dat nog iedere dag groter wordt. Vandaag en hier eert de Academie De Gouden Ganzenveer hem voor zijn bijzondere vermogen in tekst en tekening op een overtuigende, soms ontroerende en vaak ontwapenende manier vorm te geven aan het levensgevoel van deze tijd.

Freshbits Internet Communicatie