Laudatio Joost Zwagerman

Het is eigenlijk een heel vreemde uitdrukking, nauwelijks waar ook, maar toch wordt ze nog altijd gemakkelijk en als vanzelfsprekend gebruikt: ‘wat goed is, komt snel’. Heel spitsvondig is daar natuurlijk al te vaak op geantwoord: ‘ja, maar is wat snel komt, ook goed?’ Voor veel critici was de vraag stellen hem beantwoorden, toen Joost Zwagerman voor het eerst als romancier, dichter of essayist het literaire podium betrad. Nee, het was niet goed, of nog niet goed of nog niet goed genoeg. Hij gaf zelf ook uitdagend aanleiding tot dat oordeel. ‘Ik dicht vanuit ambitie, niet vanuit talent,’ zei hij ooit en het net niet opgaan voor het doctoraal Nederlandse taal- en letterkunde was voor hem een logisch gevolg van zijn schrijverschap: ‘Ik kreeg colleges van dezelfde mensen die mijn boeken recenseerden, (...) daar voelde ik me natuurlijk ver boven verheven.’ Wie dat zegt, kan tegenspraak verwachten en moet op afgunst rekenen.

 

Joost Zwagerman zat en zit daar niet mee. Hij weet inmiddels wat hij kan, al weten wij nog niet wat hij nog meer zal blijken te kunnen. ‘You ain’t seen nothing yet’ lijkt zijn persoonlijk levensdevies te zijn. Ineens blijkt hij ook een goede bloemlezer te zijn en dat in hoog tempo en op enorme schaal – 250 korte verhalen uit de Nederlandse en Vlaamse literatuur, 60 lange verhalen en binnenkort 200 essays. Dat die bloemlezingen inmiddels ook weer hun dikke plaats hebben gevonden op de boekenplankjes van de studenten en docenten Nederlands, biedt Joost Zwagerman minder het verfijnde genoegen van de ironie dan de vanzelfsprekendheid van de overwinning op wie hij toch al geen partij vond. En ach, ze hadden zich ook al gewonnen gegeven, want hoe moet je je te weer stellen tegen iemand die in nauwelijks twintig jaar tijd acht romans en verhalenbundels weet te publiceren, drie bundels columns, acht bundels essays en zes bundels gedichten? En oh, wat wordt kritiek relatief als je boeken in het Nederlandse taalgebied al 800.000 keer over de toonbank gegaan zijn en je inmiddels verfilmd en in twaalf talen vertaald bent. Dan is het misschien ook niet vreemd meer dat je op je veertigste al een liber amicorum aangeboden krijgt, rijk geïllustreerd met foto’s, want inmiddels ben je ook een bekende Nederlander geworden. Op de universiteit krijg je – en dan heb je het echt heel goed gedaan – hoogstens een liber amicorum als je met pensioen gaat. Standplaats Zwagerman heette het boek voor de man die als jongetje van negen al de eerste Zwagergids liet verschijnen. Zou het liber toch ook een niet zo stille hint geweest kunnen zijn om het eens wat rustiger aan te doen en ook de collega’s eens een kans te geven hun ster te laten rijzen?

 

Als dat al de bedoeling is geweest, heeft het in ieder geval niet gewerkt. Joost Zwagerman is sinds 2003 alleen maar actiever geworden. Van alle schrijvers van nu is hij wel degene die het meest als een vertegenwoordiger van de multimediale samenleving gezien kan worden. Met hetzelfde gemak waarmee hij schrijft, spreekt hij voor zalen en interviewt en debatteert hij op televisie. Vaste gast bij Barend & Van Dorp en nu in De Wereld Draait Door, zelf twee jaar presentator van VPRO’s Zomergasten en in die rol ook de interviewer van Ayaan Hirsi Ali en de vertoner van de film Submission, part 1 van zijn vriend Theo van Gogh. In zijn essays klinkt bijna letterlijk zijn grote liefde voor en kennis van de popmuziek door, met Ronald Giphart maakt hij tot twee keer een toernee langs de Nederlandse theaters, als gastschrijver aan de universiteiten van Groningen en Leiden leert hij studenten kennismaken met het schrijven van literatuur, als columnist deed of doet hij van zich horen in Vrij Nederland, de Volkskrant en NRC Handelsblad, als pamflettist – onlangs nog in De schaamte voor links – neemt hij politiek stelling.

 

Na Standplaats Zwagerman is het vooral ‘Standpunt Zwagerman’ geworden, meningsuiting en meningsvorming door een man met uitgesproken opinies en een sterke neiging tot polemiek. Geen man van één onderwerp en vooral ook geen bange man, onafhankelijk, bewogen en onmiskenbaar geïnspireerd door sociaal-democratische idealen en daar horen ook een toon en een dictie bij, die misschien wel tegenspraak oproepen, maar eigenlijk niet dulden. Niet de gereformeerde overtuiging van de eigen morele superioriteit, maar de katholieke zekerheid van de verkondiging van de waarheid. Zo is het en niet anders. In de multimediale wereld van nu is het dan een groot voordeel dat te kunnen uitdragen met een onontkoombare stem, met een timbre dat warm is, maar ook tot overgave dwingt.

 

Hoewel Joost Zwagerman meer en meer gezien wordt als een man met een mening over maatschappelijke en politieke vraagstukken, als een kritische commentator van de actualiteit en dus ook criticaster van de waan van de dag, is hij in zijn essays en in zijn literaire werk ook iemand die schijnbaar moeiteloos en als vanzelfsprekend de grenzen van de hoge en lage cultuur overschrijdt en beide gebieden met elkaar weet te verbinden en daar kan dan ook een advertentie voor Mercedes-Benz bij horen. Met hetzelfde gemak weet hij in zijn romans – Gimmick! is er het meest uitgesproken voorbeeld van – ook zijn stijl steeds weer aan te passen, beter gezegd aan te laten sluiten bij het thema van de roman. Hij noemt zichzelf eclectisch in alles wat hij doet en met zekere trots ook een ‘kameleon’, die – net als Francis Picabia dat deed in de schilderkunst – zich nooit laat vastzetten in de verwachtingen die zijn lezers en de kritiek van hem hebben. Als dichter ging hij als woordvoerder van de Maximalen ook welbewust tegen de gevestigde stijl van zijn tijd en zijn voorgangers in. Ook hier weer is hij absoluut niet bang voor kritiek of tegenstand en altijd overtuigd van de eigen literaire en intellectuele kracht.

 

Dames en heren,
In het bestaan van de Academie De Gouden Ganzenveer is Joost Zwagerman de zevende laureaat. Ieder jaar opnieuw gaan we op zoek naar iemand die in zijn werk als een bijzondere vertegenwoordiger beschouwd kan worden van het streven aandacht te blijven geven aan het ‘geschreven woord in een multimediale samenleving’. Het is juist de combinatie – het schrijven en het andere: het tekenen, filmen, spreken, optreden, interviewen – die we willen belonen. In een multimediale samenleving is schrijven een van de vele media die beschikbaar zijn. Het is onze overtuiging dat juist het vermogen tot meervoudigheid in het gebruik van media een bijzondere kwaliteit inhoudt en ook bij uitstek bij kan dragen aan een blijvende aandacht voor het geschreven woord. Joost Zwagerman hoort tot de meest uitgesproken en meest gehoorde en gelezen multitalenten in het Nederlandse taalgebied. De Academie De Gouden Ganzenveer kent dan ook met bijzonder veel genoegen de Gouden Ganzenveer 2008 toe aan wie Henk Hofland met vooruitziende blik al eens ‘de meest complete schrijver van zijn generatie’ noemde: Joost Zwagerman.

Freshbits Internet Communicatie