2024

Laudatio Babs Gons

Taal als een familiegroep
door Abdelkader Benali, Academielid

 

Het werk van Babs Gons is een uitnodiging om de wereld met vertrouwen tegemoet te treden. Het biedt sluipwegen aan. Wanneer in gespannen tijden wordt opgeroepen tot een comité van waakzaamheid, denken we al snel aan optrekken in cohorten om het kwaad een lesje te leren. Babs Gons waakt ervoor om mee te gaan in deze gebolsterde houding.

 

Babs Gons verbroedert door de lezer medestander te maken in haar strijd voor die andere wereld. Een wereld waarin ruimte wordt geschapen om tot wording te komen. Een wereld waarin vele gemeenschappen op een bankje kunnen zitten. Een wereld die bedriegelijk alledaags is doordat Babs Gons hem zo alledaags weet in te richten. De rij in de Albert Heijn, het instappen op de tram, het wachten op de volgende bus. Dit is de wereld die wij bewonen, verzuchten we. Babs Gons brengt de tussenruimtes waarin we elkaar elke dag haast ongemerkt met elkaar doorkruisen in kaart – een wereld waarin we afwisselend getuige, observator en deelnemer zijn. Een wereld die schreeuwt om nabijheid maar wie durft de eerste stap te zetten? Gons begrijpt onze schuchterheid. We zijn allemaal reizigers in een wereld verstoken van spoorboekjes.

 

          een taal vol aandacht

          waarin we net zo goed Dostojevski,

          de Beauvoir en Tsjaikovski kunnen leren zeggen

          en Fatima Aboulouafa

          en Zoë Papaikonomou

          en LHBTIQAP+

          niet elke keer zorgt voor gegiechel

 

            Hier gaat de verbeelding met ons op pad, vangt vertederende beelden voor ons en vult ons met inspiratie. Babs Gons laat zien dat als we durven te vertrouwen op intuïtie dit een machtig breekijzer kan zijn om vooroordelen, onderdrukking en pijn tegemoet te treden en wellicht te overwinnen.

           

          een taal als een verzoek

          een bede

          een oproep tot

          medemenselijkheid

 

            Babs Gons is schrijver van een rijk oeuvre waarin poëzie de lastige thema’s van deze tijd nog voordat ze lastig werden aan duchtig onderzoek onderwierp. Identiteit, gender, Black Lives Matter, de integriteit van het lichaam, micro-agressie, uitsluiting, de verstikkende wurggreep van polarisatie, en de eeuwige roep om gelijkwaardigheid; vanuit een persoonlijke reis smeedt Babs Gons deze heikele onderwerpen tot poëzie die vervoert, zindert, de adem beneemt en ons laat huilen. Deze poëzie zal genereus zijn, of je het nou wilt of niet.

 

          een taal waarin een woord bestaat

          voor een onverwacht, liefdevol gebaar

          van een onbekende

          een taal met wel honderd woorden

          voor gastvrijheid

 

             Babs Gons heft de strijd tussen vorm of vent op door fluïditeit als uitgangspunt te nemen, wat haar in staat stelt om genereus, krachtdadig en vruchtbaar te zijn. Maar de Academie is ook onder de indruk van haar proza, droompassages waarin het alledaagse en het poetische versmelten. Over een dag dat/waarin er niet zoveel gebeurt schrijft ze een parel van een column, die de geest ademt van Carmiggelt en Renate Rubinstein. In een tijd waarin ontmoetingen met argwaan worden vermeden/bekeken, /beschrijft Babs Gons haar ontmoetingen in de wereld. Een scheut levenskracht in ons verdorde bestaan. De tram. De winkel. Het plein. Het café. De moederborst. De dijk. De droom. Een bankje in Polen. De dood. De aaneenschakeling van strubbelingen, angsten en pijnpuntjes – Gons ziet het, bemint het moment en wij beminnen mee.

 

          ik wil een taal met ruimte

          voor interpretatie

          een taal waarin je soms niet weet

          of je naar een liefdesgedicht luistert

          een slaapliedje

          of de troostende woorden van

          iemand dicht bij

          je hart

 

            Haar gedichten hebben zich al snel genesteld in de canon van gemeenschappen. Ze combineert de snelheid van de slamdichter met de bedachtzaamheid van de sonnettenschrijver. Het is een tussenzone die haar toelaat poëzie in te zetten als sociaal commentaar zonder dat het aan zeggingskracht verliest. Daardoor wordt de poëzie van vandaag de poëzie van morgen. Poëzie klaagt aan, poëzie kan ook ingesleten denkbeelden corrigeren.

            Haar ontluisterende bezoek als jonge, zwarte vrouw aan Warschau tovert ze om tot een imaginaire  ontmoeting met de Poolse dichter Wisława Szymborska – door haar gedichten te lezen transformeert ze een racistisch moment tot een moment van poëtische glorie. Is dit poetische rechtvaardigheid?

            Door transformatie op transformatie, door tijd en plaats, door verschrikking en verbazing, ontstaat een onherstelbaar goed gedicht waarin de oude en jonge dichter elkaar ontmoeten.

 

          En als ze me vragen hoe het was in Polen, dan zeg ik:

          Daar leeft een dichter, tussen de pagina’s van de straten. Ze beziet en

          bedenkt de wereld, ze voorziet haar van een warme jas, als deze te koud is.

          Ze schept deze naar haar onsterfelijke hand. Ze stelt gerust.

          of soms zeg ik: Het is daar lang niet zo koud als je denkt.

 

            De Academie van de Gouden Ganzenveer is onder de indruk van de tomeloze daadkracht waarmee Babs Gons de complexe thema’s van onze tijd weet te vangen in een unieke stijl. Een stijl die voortkomt uit de rijke, veeltongige en strijdbare cultuur van de spoken word, de slam poetry. Babs Gons is nog voordat ze grand old lady is al de grand young lady van deze eenentwintigste-eeuwse Gideonsbende. Haar poëzie wordt gevoed door al de andere stemmen die haar omringen. Ze organiseerde debatavonden, poezieavonden en slam-optredens waarin ze nieuwe stemmen de ruimte gaf. Als donker meisje opgroeiend in een wit dorp had ze geen spiegel waarin ze zichzelf gereflekteerd zag, de spiegel van medestanders, van gelijken. En misschien omdat ze tot door haar Amerikaans-Nederlandse achtergrond tot geen enkele groep behoorde moest ze wel een positie boven de groepen vinden, een verbinder van duizelingwekkende woorden.


Babs Gons hoort de ongehoorde stemmen; ze leest tussen de regels voor wie nog geen regels heeft gesproken. Ze laat niemand in de kou staan. Dat bankje waar we op zitten mag een vrijplaats zijn. Levende poëzie bevrijdt de publieke ruimte van verkrampt groepsdenken en maakt er een veilige ruimte van.

Ze ziet wat er mist en ze ziet wat we tekortkomen. Ze benoemt de pijn. Voorziet de angst. En wil door haar waakzame poëzie troosten. We shall overcome. 

 

            een taal als een museum van de levenden

            waar de geschiedenis wordt verteld uit

            hoofden van allen die eraan deelnamen

            taal als een familiegroepsapp

            van de wereld        

Freshbits Internet Communicatie