2012

Laudatio Annejet van der Zijl

LAUDATIO

 

Het is al lang niet meer waar, maar nog altijd kun je horen dat er in Nederland geen biografieën geschreven worden. Het genre zou hier niet populair zijn en we zouden ook weinig geneigd zijn de grote figuren uit onze geschiedenis een extra pluim op de hoed te steken. Geen monument in steen, geen monument op schrift. Met een zekere jaloezie wordt er dan gewezen op de mooie Engelse en Amerikaanse traditie op dit gebied. Die is er, maar Nederland doet daar echt niet meer voor onder. Niet in kwantiteit en niet in kwaliteit.

Van veel van onze grote schrijvers – Gerard Reve natuurlijk, maar ook Willem Elsschot en M. Vasalis – zijn inmiddels doorwrochte studies over leven en werk verschenen. Kunstverzamelaars als Frits Lugt en Helene Kröller-Müller zijn als persoon aan de vergetelheid ontrukt. Wie meer politiek is geïnteresseerd kan te rade gaan bij de recente biografen van uiteenlopende figuren als Joseph Luns, Joop den Uyl, Marga Klompé en binnenkort ook Pim Fortuyn. Koningin Wilhelmina schreef een halve eeuw geleden haar autobiografie, maar wie haar echt wil leren kennen vindt meer informatie in de biografie die Cees Fasseur aan haar wijdde. Er zijn prachtige biografieën geschreven over de beroemde arts Herman Boerhaave en over stadhouder prins Maurits. Volgend jaar verschijnen bij gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden biografieën over onze eerste drie koningen. De Stichting Erik Hazelhoff Roelfzema reikt binnenkort voor de tweede keer de biografieprijs uit. Op de longlist staan niet minder dan tien titels, waarvan er maar twee op anderen dan Nederlanders betrekking hebben.

 

Annejet van der Zijl, officieel dr. Annajetske van der Zijl, is de elfde laureaat van de Gouden Ganzenveer. Zij heeft de biografie tot een eigen literair specialisme gemaakt en weet daarmee bovendien een groot publiek te bereiken. Ze is er zelf bescheiden onder. In het interview dat Carolina Lo Galbo met haar had voor Vrij Nederland zegt ze: ‘Mijn oeuvre meet opgestapeld minder centimeters dan de gouden ganzenveer die ik straks krijg’. Dat mag waar zijn, maar die paar titels vormen met hun 750.000 verkochte exemplaren een stapel van zeker 25 kilometer hoog.

De stapel is niet alleen hoog, maar ook graag gelezen. Want Annejet van der Zijl weet haar lezers te boeien. Haar boeken spreken niet alleen aan omdat ze een bekende Nederlander als onderwerp zouden hebben. Waldemar Nods, de hoofdpersoon van Sonny Boy, was allerminst een bekend figuur. Dankzij de pen van Annejet van der Zijl is hij bijna symbool geworden voor de grote thema’s van de twintigste eeuw: migratie en ontworteling, crisis en oorlog, discriminatie en emancipatie. Het is allemaal terug te vinden in het ontroerende en tragische levensverhaal van Waldemar en Rika. Beiden zijn op zoek naar het geluk, maar getekend door de gevolgen van keuzes die dóór, maar ook vóór hen gemaakt zijn. Ook als film is Sonny Boy – inmiddels aan zijn vijftigste druk toe – een van de beter geslaagde adaptaties van een Nederlands literair werk geworden.

Niet echt een biografie, maar meer een groepsportret en tijdsbeeld tegelijk, is Annejet van der Zijls debuut als schrijfster: Jagtlust. Het verhaalt over het rommelige leven van de artistieke avant-garde van de jaren vijftig en zestig op een Gooise buitenplaats. Bekende gasten waren onder andere Remco Campert, Gerard Reve en Cees Nooteboom. Het filmscenario voor dit boek wordt inmiddels geschreven.

De uitvoerige biografie van Annie M.G. Schmidt, door Annejet van der Zijl Anna getiteld, vormde de basis voor de televisieserie die aan het bepaald niet gemakkelijke leven van een bepaald niet gemakkelijke vrouw is gewijd. Annejet heeft met Anna laten zien wie zij werkelijk was. De biografie leest als een smeuïge roman die met smaak, toewijding en oprechtheid is geschreven.

Haar biografie van Bernhard is tot nu toe alleen een boek gebleven. Een fascinerende studie over het verval van de Duitse adel na de Eerste Wereldoorlog en de wijze waarop een jonge aristocraat met een wat dubieus verworven prinsentitel zijn weg naar het Nederlandse koningshuis heeft weten te vinden. Het is de biografie van wat vroeger een schelm genoemd zou worden en in het Duits ook als een Hochstapler beschouwd zou worden. Het boek bracht Annejet van der Zijl de doctorstitel, die de hoofdpersoon van haar biografie zonder er zelf iets voor te hoeven doen ettelijke malen in de schoot geworpen heeft gekregen. Ze is dan ook niet van hem gaan houden, dat wordt wel duidelijk door het wat abrupte en vroege einde van haar boek.

 

Wat in de biografie van de jonge prins Bernhard meer nog dan in de andere biografieën van Annejet van der Zijl zichtbaar wordt, is de zorgvuldige wijze waarop ze te werk gaat. Ze verdiept zich in de persoon, misschien minder in psychologische dan in historiografische zin. Ze verzamelt zo veel mogelijk materiaal over haar onderwerp en over de wereld waarin hij of zij heeft geleefd. Dat leidt uiteindelijk tot een beeld van de persoon die ons niet alleen laat zien what makes him tick, maar ook waarom.

De hoofdpersonen van haar biografieën zijn moeilijk onder één noemer te brengen. Al is het misschien niet toevallig dat ze allemaal door hun afkomst, hun geschiedenis, hun levenslot en ook hun karakter zijn te typeren als ‘buitenstaanders’ die graag ‘gevestigden’ wilden worden. Dat was zeker niet alleen het geval bij prins Bernhard, wiens biografie niet zonder reden de ondertitel ‘een verborgen geschiedenis’ heeft. Het geldt ook voor Annie M.G. Schmidt, die niet onder haar nom de plume wordt geportretteerd, maar simpelweg als ‘Anna’, het Zeeuwse meisje dat onze beroemdste schrijfster werd.

Biografieën kunnen spannend en boeiend zijn, zonder dat daarmee de waarheid geweld hoeft te worden aangedaan of het de lezer al te gemakkelijk wordt gemaakt. Annejet van der Zijl heeft in niet veel meer dan tien jaar vier buitengewoon fraaie en informatieve biografieën weten te schrijven, die behalve het verhaal over een persoon ook het verhaal van een periode zijn. Een periode die voorbij is, maar waar de meesten van ons nog een herinnering aan hebben. Voor het oproepen van dat tijdsbeeld zijn we Annejet van der Zijl iedere keer weer dankbaar en we hopen dat ze haar eigen biografie als biograaf zal willen vervolgen.

‘De ongekroonde koningin van de non-fictie’, noemde NRC Handelsblad haar ooit. Annejet van der Zijl kronen kunnen we niet, maar belonen wel en dat doet de Academie De Gouden Ganzenveer graag met een veer die echt van goud is en dat kan van de meeste kronen niet meer gezegd worden.

Freshbits Internet Communicatie