2020

Laudatio Abdelkader Benali

Stine Jensen

 

Soms hoor je weleens dat mensen een 'dubbeltalent' hebben. Die kunnen dan twee dingen: fotograferen en schrijven bijvoorbeeld. Of zingen en schilderen. Meestal gaat het om combinaties op het creatieve vlak. Je hoort zelden: die is uitmuntend politicus en kan als de beste dansen. Of: dat is een topschaatser en heeft een Louis d'Or voor acteren op zak. Of: die geeft de betrouwbaarste juridische adviezen en is tegenwoordig ook Dichter des Vaderlands. Bij de creatieve dubbeltalenten kun je vermoeden dat de rechterhersenhelft erg goed is ontwikkeld.

Maar hoe zit dat bij de categorie allestalent? Ik bedoel niet multitalent, ik bedoel echt alles: de mens die bijvoorbeeld, ik noem zomaar een aantal zaken, heel goed kan hardlopen, én voortreffelijk kan schrijven, tevens een behoorlijk goed potje kan toneelspelen, én gastdocent is aan de Technische Universiteit Delft, oorlogsverslaggeving doet vanuit Libanon maar ook een televisieprogramma met verve kan presenteren, intussen Hamlet van Shakespeare zit te ver- en hertalen en bedenkt dat Denemarken daarin Nieuw-West moet zijn, verder de jury van de grootste literaire prijs van Nederland voorzit, maandelijks vergadert over hoe de Nederlandse canon eruit moet gaan zien, in zeven talen kan dromen – ach, zo iemand, die vergeven we met liefde – en, zo heb ik uit geheime maar zéér betrouwbare bron vernomen, op beginnersniveau schaakt. Allestalent, met nog één klein verbeterpunt.

 

Dames en heren, ik wil vandaag op drie punten de lof bezingen van Abdelkader Benali en zijn werk. Ik steek hier de loftrompet af over zijn veelzijdigheid, waarvan bovenstaande slechts een kleine opsomming betrof, zijn engagement en zijn energieke levenshouding.

Over zijn veelzijdigheid wil ik graag het volgende kwijt. Met enige regelmaat moet ik programma's in elkaar zetten en daarvoor gasten bedenken. Op die manier heb ik ontdekt dat je Abdelkader Benali overal voor kunt uitnodigen, dat is gewoon altijd een goed idee. Niet omdat je dan een box hebt aangevinkt, qua identiteit en diversiteit, nee, welnee, maar omdat altijd blijkt dat Benali over het desgewenste thema altijd wel een sprankelend boek, column, gedicht of toneelstuk heeft geschreven.

Op het gebied van sport en identiteit zocht ik bijvoorbeeld ooit een spreker en kwam al surfend snel uit bij Benali met drie sportvliegen in één klap, namelijk hardlopen (Asfalt, zand & stenen), boksen (Bad Boy) en voetbal (Benali ging op zoek naar de nieuwe wereldkampioen in Afrika en was radiocommentator in Rusland onder het mom van 'Mocro's naar Moskou') – dat kwam goed uit. Nog beter was het natuurlijk toen bleek dat Benali zelf fanatiek beoefenaar is van misschien wel de meest literaire sport die er bestaat: het hardlopen.

Over dat sporten kun je uitvoerig filosoferen. Een andere wat mij betreft aan Benali verwante creatieve alleskunner met een soortgelijke tomeloze productiviteit en energie, in 2008 tevens winnaar van de Gouden Ganzenveer – wijlen Joost Zwagerman – drukte in een citaat uit wat hij daarvan vindt, van dat sporten: 'Alle sport is sublimatie, rituele doodsverachting in feestverpakking'. En zo beland je meteen bij the heart of the matter: sporten, als de zin van het leven. Toen de coronacrisis uitbrak trof ik Abdelkader aan op de voorpagina van een landelijke krant. 'Wat er ook gebeurde, hij bleef rennen', luidde de kop.

Overigens, even tussendoor, als je Abdelkader Benali opzoekt op Citaten.net – wat ik uiteraard heb gedaan voor deze laudatio – staat hij daar zelf met twee citaten, één daarvan gaat over sport. 'Iets wat Nederland heeft en andere landen niet, zijn de lange, dunne sloten die weer verbonden zijn met kanaaltjes die weer uitkomen op meertjes die weer uitkomen op Elfstedentrajecten. Elk kind in het Westen moet leren op twee benen te staan, maar een Nederlands kind krijgt dan ook meteen de schaatsen ondergebonden.'

Dank je Abdelkader, voor dit bruggetje naar mijn tweede loftrompet: identiteit en engagement. Abdelkader Benali schrijft sinds het begin van zijn daverende entree in de letteren met het voor de Libris Literatuurprijs genomineerde Bruiloft aan Zee over grote identiteitsvraagstukken. Hij schrijft in zijn werk altijd over taal, afkomst, polarisatie, Oost en West, zonder dat dit werk verliest aan sprankeling. In een column in Trouw vertelde Abdelkader Benali hoe de komst van zijn tweede kind als een metafoor beschouwd kan worden voor nieuwkomers in het land. In een gezin zit het eerste kind er niet per se enthousiast op te wachten, op een familie-uitbreiding.

Het engagement van Benali blijft niet bij niet een papieren engagement. Ik zie met regelmaat op sociale media foto's voorbijkomen van zijn klassenbezoeken. En daar gebeurt het: jongeren raken geïnspireerd en begeesterd tot de letteren, Benali laat ze zien en horen dat het kán. Benali, grootverbruiker van sociale media, maakt daarbij geen onderscheid tussen jong en oud. En meerdere publieken vinden zijn weg naar hem. Jongeren die lezen, maar ook academici die dissertaties schrijven over zijn toneelstuk Yasser, dat gaat over een Palestijnse acteur die een mooie rol in De koopman van Venetië mag spelen, maar eigenlijk veel liever Yasser Arafat wil spelen. Shakespeare in het Midden-Oosten; het stuk wordt nog altijd opgevoerd, onlangs nog in Tel Aviv.

Het appelleren aan meerdere publieken is een groot talent van Benali en het geeft hem een zekere kwikzilverachtige kwaliteit: wat gelooft Benali echt? Maar dan bekent hij soms ineens kleur, meerdere tegelijkertijd als het even kan. 'Je leest omdat de kracht van je te verplaatsen in een ander je beter in staat stelt om je mannetje te staan in het leven,' – dat is het tweede citaat dat ik aantrof op Citaten.net – ik denk dat het wat ouder is, want nu zou het vrouwtje, kindje en hondje er ook bij moeten.

Tot slot: levenslust, energie. Benali heeft me ooit zo ontzettend vrolijk gemaakt met een socialemediapost waarop te zien was hoe hij een lezing ging geven, in Amsterdam was het geloof ik. Er waren drie mensen op afgekomen, tamelijk op leeftijd. Drie. Opgewekt en monter fotografeerde Benali zichzelf met hen op de foto: 'Hier doe je het ook voor! We gaan er een mooie avond van maken!'

Benali beantwoordt niet bepaald aan het stereotype van de schrijver in een kamertje. Welnee, schrijver kan je ook zijn in het keukentje – dat was ik vergeten in de opsomming waarmee ik deze feestelijke laudatio begon. Samen met zijn vrouw Saida Nadi-Benali schreef hij Casa Benali. Dit, dames en heren, is het leukste geëngageerde kookboek dat ik ooit heb gelezen. Zo kun je een Chakchoukha, ei in tomatensaus, maken. Echt het gemakkelijkste recept op aarde, schrijft Benali, want je begint met een lekkere dikke vleestomaat. En een paprika heb je nodig, die alle kanten op stuitert qua vorm, en daarna leef je je met een Bruce Lee-snijtechniek uit op de koriander. En als alles aan het pruttelen is in de pan – en dan komt het – stap 3 van het recept, ik citeer: 'En nu, pak een krant, lees een paar gedichten, schrijf een liefdesbrief. Even kijken of alles er lekker zacht en smeuïg uitziet.' Einde citaat. Een recept, dames en heren, voor hart, ziel en hoofd.

Het is deze wervelende energie die Benali's persoon en schrijverschap onweerstaanbaar levenslustig maakt. Ik kan het weten. Permitteert u mij tot slot één anekdote. Ik had Abdelkader uitgenodigd voor mijn boekenprogramma Stine boekt sterren. Op de dag dat Hans Klok er was, zag ik vanuit mijn ooghoek Abdelkader Benali op het strand voorbijrennen. Dat vond ik vreemd. Hans Klok kan natuurlijk veel, maar deze illusie? Was Benali niet morgen aan de beurt? De volgende dag was hij er, en ik zei het hem: 'Ik zag je gisteren hier op het strand.' Hij knikte, hij was een dag te vroeg, zijn agenda kon hem gewoon niet bijbenen. Ik gaf hem trouwens een boek over stilzitten. Met groot enthousiasme hebben we dat uitgeprobeerd, in een duinpan. Daarna gingen we rennen. Dat vond hij een stuk leuker.

Maar weet u: rennen en stilzitten lijken meer op elkaar dan u misschien denkt. Ze zijn beiden 'taal-loos'. Stil. Zwijgend. In een gesprek in De Balie over racisme naar aanleiding van zijn laatste boek (of is er daarna alweer eentje verschenen?) De vreemdeling. Racisme uitgelegd aan onszelf vertelde Abdelkader het volgende, ik parafraseer: 'Eigenlijk gaat alles wat ik schrijf over wat niet gezegd is. Ik ben thuis opgegroeid als oudste van acht. Aan tafel spraken we Berbers, maar onderling spraken mijn broers en zussen Nederlands met elkaar. Er werd heel veel gesproken. Veel emoties. Ik haatte dat. Er werd gekibbeld om niks. Ik kwam erachter, als kind, dat het pas echt spannend werd als ze niks zeiden. Dan werd het héél spannend, alles werd anders. In de stilte voelde ik gelatenheid, pijn. Oh, ze praten eigenlijk alleen maar omdat ze dat andere niet kunnen benoemen. Wat dat is, weet ik niet, maar mijn hele schrijverschap is daar begonnen.'

 

Abdelkader Benali, van harte gefeliciteerd met deze welverdiende prijs.

Freshbits Internet Communicatie